De drukwerkvoorbereiding (fase I, onderdeel tekst) |
In dit
hoofdstuk gaat het over de voorbereiding van tekst (kopij) tot drukvorm.
Aan die voor ons nu verouderde werkwijzen ontlenen we echter nog steeds wel jargon en bovendien worden deze technieken soms elders in de wereld nog wel gebruikt; bovendien bestaan ook in ons land natuurlijk kringen van liefhebbers en hobbyisten, die deze oude technieken in stand houden en daarmee onwaarschijnlijk mooi drukwerk maken, waaraan we in onze hedendaagse veel jachtiger tijden in veel situaties nauwelijks meer behoefte hebben. Maar anderzijds kan in marketing, public relations, relatiebeheer e.d. een bijzonder, vaak klein drukwerkje (klein qua omvang en qua oplage) veel goodwill opleveren en juist dan hebben die oude technieken een geweldige prijs/kwaliteit-verhouding!) TekstTekst is opgebouwd uit karakters (letters, cijfers, leestekens en dergelijke), waarvan de oorsprong ligt in het handschrift.Tekst komt natuurlijk niet alleen voor in drukwerk, als 'platte tekst', koppen, tussenkoppen en dergelijke, maar bijvoorbeeld ook in woordmerken, die gebruikt worden op briefpapier, vlaggen, lichtbakken, verpakkingen en gebruiksvoorwerpen. En wat dacht u van alle huisnummers en bewegwijzeringen binnen en buiten, en de hele wereld van aanduidingen op en aan gebouwen die iets zeggen over de functie van een pand of over de geschiedenis (van '1ste steen gelegd door.....' tot 'hier woonde....'), de namen van (woon-)huizen en a die andere aspecten van 'geveltypografie'. Het industriële proces van tekstproductie tot drukwerk, heeft door automatisering de laatste jaren ingrijpende wijzigingen ondergaan. De letter
is gebleven: er worden duizenden verschillende lettertypen en -vormen,
ook binnen de schriftsoorten van de westerse wereld gebruikt.
TypografieTypografie is een kunst en een kunde, een vaardigheid.Al in 1456, toen de boekdrukkunst nog maar net was uitgevonden, stelde een humanistische geleerde: "Typographia donum dei praestantissimum"; ofwel: "typografie is het schoonste geschenk gods". Rond 1930 formuleerde de belangrijke Engelse typograaf Stanley Morison (vooral bekend als de ontwerper van het zeer veelgebruikte lettertype Times New Roman) typografie in zijn boek 'Grondbeginselen der typografie' als: "de kunst van het ordenen van drukmateriaal in overeenstemming met een bepaald doel; van zodanig de letters rangschikken, de ruimte verdelen en het schrift beheersen, als nodig is om de lezer de tekst zo goed mogelijk te laten begrijpen". "Typografie
is geen doel op zichzelf en ook geen vrije kunst, maar slechts dienstverlening,
bemiddeling tussen schrijver en lezer", aldus de Nederlandse
typograaf Huib van Krimpen.
In de typografie
speelt de letter, als voornaamste drager in de gedrukte boodschap, de hoofdrol.
Als we
de lezer als uitgangspunt nemen, nemen we dus ook de leessituatie in onze
beoordeling mee.
Maatwerk waarbij er een aantal simpele globale hoofdlijnen zijn te herkennen, gebaseerd op onderzoeksgegevens en gebruiks- en gebruikerservaringen.
Zo zal
men voor teksten die gedrukt worden op papier in de gewone, gangbare lettergrootten
(tussen corps 6 en 16) voor folders, brochures, nieuwsbrieven, boeken en
gidsen dikwijls kiezen voor een schreefletter.
Voor bewegwijzering
in gebouwen kiest men graag een grotere schreefloze letter, maar als het
kan toch wel met contrastverhogende verschillen tussen dikke en dunne delen.
Zo staat ook vast dat de leesbaarheid van teksten heel sterk achteruitgaat als een zin geheel geschreven is HOOFDLETTERS (kapitalen); alle letters zijn dan even groot en hebben vrijwel allemaal hetzelfde 'optisch gewicht'. Daardoor is het voor makkelijk het lezen nu juist erg belangrijke onderscheid tussen de diverse letters (zoals dat in kleine letters of onderkastletters wel bestaat) vrijwel geheel afwezig. Voor tekst die op een beeldscherm verschijnt (ook websites), kiest men snel voor een lettertype dat niet te mager en schraal is (vanwege de dikwijls lichte achtergrond). maar wat vetter en niet te wijdlopend. Het is
niet zinvol hier een advies te geven met het noemen van concrete namen
van lettertypen. Daarvoor zijn er te veel letterypen beschikbaar; alleen
al voor de reguliere teksten in de westerse schriftsoorten, bestaan er
voor de gangbare zetsystemen/opmaakcomputers meer dan 2.500 verschillende
lettertypen.
Om de zeer
omvangrijke hoeveelheid verschillende vormen van letters te kunnen beheersen,
beheren, benoemen en bespreken, worden deze naar hun ontstaansgeschiedenis
en naar hun vorm ingedeeld.
|
|
Binnen
elke lettersoort kunnen de meeste letters vervolgens ook verschillende
verschijningsvormen aannemen.
De variaties
van één lettertype worden 'lettersoorten' of 'fonts'
(angelsaksisch)
genoemd.
Daarin
onderscheiden wij de navolgende termen:
|
Combinaties van deze zogenoemde garnituurelementen komen veelvuldig voor, zoals: 'cursief-halfvet', 'breed-extravet' of 'extra smal mager'. Er zijn ook onmogelijke combinaties, zoals smalle extravet.
Van het
lettertype Univers hierbij de gehele familie met alle 'garnituren'.
Dit
lettertype is ontworpen door de Zwitserse typograaf Adrian Frutiger,
die
op 14 sept. 2015 op 87- jarige leeftijd overleed.
Behalve
de Univers ontwierp hij nog ruim 50 verschillende lettertypen.
Een volledig font van een bepaalde letter bestaat uit:
Als een
graficus of typograaf spreekt over een letter, heeft deze het ook over
de plaats waar de letter op de regel staat en over de afstand van de letter
tot de andere letters en regels. Kortom: ook de ruimte om de letter heen
is van belang en bepaalt ook in belangrijke mate de leesbaarheid van een
tekst.
In onderstaande
afbeelding zijn een aantal in de typografie relevante begrippen verklaard.
Een graficus
gebruikt om de lettergrootte aan te duiden meestal de term 'corps'.
Deze aanduiding
komt uit het twaalfdelige (Didot)puntenstelsel. Één punt
is 0,376065 mm.
Het puntenstelsel
is honderden jaren in de (typo)grafische wereld gebruikt; de Angelsaksisch
georiënteerde landen kennen daarentegen een eigen punt, namelijk de
Picapunt. Ook dit is een twaalfdelig stelsel, want twaalf picapunten zijn
een pica, die ongeveer eenzesde deel van een inch groot is.
Officieel
hoort de maat van een letter aangegeven te worden door middel van de letterbeeldhoogte
in millimeters: de afstand van de bovenzijde van de stok tot aan de bovenzijde
van de stok op de volgende regel.
Niet alleen
de lettermaat werd en wordt in een eigen maateenheid aangegeven.
Ook de
zetbreedte gaf en geeft men zo aan, namelijk in cicero's of augustijnen.
Eén
cicero is gelijk aan twaalf punten.
In het
midden van de middeleeuwen ontstond pas in ons deel van de wereld de drukkunst.
Teksten
werden tot dat moment per hele pagina in spiegelbeeld in een stuk hout,
uit één geheel gesneden.
Dit leverde
de zogenoemde blok- of wiegedrukken op.
Door de
'uitvinding' van Gutenberg rond 1450 ontstond dus niet de drukkunst,
maar de techniek en de kunst van het zetten: dat is dus de techniek om
letters / karakters op losse elementen aan te brengen, die voor hergebruik
geschikt zijn.
Enkele nadere typografische begrippen worden in beeld gebracht en uitgelegd op een aparte webpagina, klik daarvoor hier.
Typografie
en merken
Letters
spelen in de vormgeving van een merk (en dan ook in een beeldmerk) een
centrale rol.
Het
nieuwe beeldmerk van het Rijksmuseum, waarover zoveel te doen was:
niet
vanwege het nieuwe lettertype, maar vanwege de spatie.
Heel veel in het beeldmerk dat in het kader van de corporate identity wordt gebruikt, is zuivere typografie.
En ook heel veel in het produktmerk en dus in het beeld dat wij van produkten, vooral in de consumentenmarkt, op ons netvlies houden.
Van een beeldmerk waarin de typografie zo dominant is, wordt de schrijfwijze en het lettertype dan ook nauwkeurig beschreven in de documenten voor de deponering ter bescherming van het merkenrecht. | ![]() |
De concurrenten zoeken in weerwil van de bescherming toch zoveel mogelijk aansluiting bij het beeld dat gecreëerd is door de marktleider. Zoals op de volgende pagina te zien is lukt dat soms bedreigend goed. |
Typografie
en mode
Letters
worden ontworpen door (gespecialiseerde) vormgevers die natuurlijk ook
beïnvloed worden door hun omgeving en het tijdvak waarin ze werken.
En daarnaast
ontwerpen ze ook letters en bijvoorbeeld drukwerk dat heel bewust aansluiting
zoekt bij een bepaald tijdperk.
Soms zijn
ook combinaties van oude en moderne letters heel goed bruikbaar.
Goed geschoolde
specialisten op typografisch gebied zijn goed bekend met stijlen in de
kunst en grafische producten. De soms wonderschone en meestal héél
mooie klassieke letters, van vaak al eeuwen terug en met een zéér
hoge leesbaarheid, worden bewerkt en op nieuw uitgebracht voor ons digitale
tijdperk.
Dikwijls
zijn ze ook een bron van inspiratie voor nieuwe lettertypen. Niet alleen
in het 'rijke West-Europa', de basis van de westerse schriftsoorten, zoals
dit Belgisch-Nederlandse
bedrijf laat zien, maar bijvoorbeeld ook in de VSèn
ook in Mexico.
Alhoewel
er al tienduizenden lettertypen bestaan, is er toch nog regelmatig behoefte
aan 'nieuwe' lettertypen.
De Italiaanse
letterontwerper Bodoni ontwierp al zijn lettertypen voor specifieke boeken.
De letter
'Times New Roman' werd ontworpen voor de gelijknamige krant; ontwerper
Adrian Frutiger ontwierp de letter 'Frutiger' voor de bewegwijzering op
de Parijse luchthaven Charles de Gaulle.
De beroemde
letter 'Helvetica' ontwierp hij om andere ontwerpers te prikkelen; nu zegt
Frutiger dat hij die letter nooit had moeten maken en het liefst zou willen
verbieden.
De 'Bell
Gothic' werd ontwoorpen voor de Amerikaanse telefoongidsen.
De beroemde
letter 'Gill' maakte Eric Gill voor een winkelpui
En Erik
Spiekermann ontwierp de letter 'Meta' voor de Duitse posterijen.
Letterontwerpen
werden en worden dus bijvoorbeeld bewust ingezet ter versterking van de
huisstijl.
Zo is
recent een geheel nieuw lettertype ontworpen voor de grote Duitse verzekeringsmaatschappij
'Allianz'. En ook Nokia gebruikt zijn eigen lettertype.
Om het eigene van een 'huisstijl-letter' ook op websites over te brengen, moet elke tekst als een plaatje (bijv. jpg of gif) worden gebruikt. Dat maakt een website zwaarder en trager, maar door breedband merken we daar weinig van. | De
toepassing van een 'huisstijl-letter' op websites is een hele opgave, ondanks
de beheersingsmogelijkheden via CSS e.d.
Allianz gebruikt alleen haar beeldmerk op de website, niet de huistijlletter. |
![]() |
![]() |
Het Koninklijk Concertgebouworkest heeft een wereldwijde erkende traditie in de uitvoering van werken van Gustav Mahler. Het is dus begrijpelijk dat de aankondigingen van uitvoeringen van Mahlers' werk plaatsvinden in een typografie die herinneringen oproept aan de tijd van Mahler. | Die
typografische stijl, die kort na de Eerste Wereldoorlog net zo modern was
als het werk van Mahler, wordt onbegrijpelijkerwijze óók
gebruikt bij de aankondiging van werk van Mozart, waarvan we nu herdenken
dat die 250 jaar gelden stierf.
Naar mijn gevoel klopt hier dus iets niet. |
![]() |
![]() |
Typografie
buiten drukwerk
Bedenk
ook dat typografie zeker niet alleen gebruikt wordt in het kader van drukwerk
en beeldscherminformatie.
Specialisten
op typografisch gebied zijn vertrouwd met speciale eisen die gesteld worden
aan het gebruik van leesbare letters in verkeersborden en bewegwijzering.
Een beroemd
voorbeeld om de typografische verfijning zijn de straatnaamborden van de
de stad Rome.
Een van
de andere beroemde voorbeelden is de speciale letter die Edward
Johnston in 1913 ontwikkelde voor London Transport voor de metro van
de Engelse hoofdstad. De identiteit van de organisatie wordt hiermee heel
krachtig ondersteund. En daarom werd deze aanpak ook veel gecopieerd voor
andere doelen.
Dat gebeurde
ook, maar minder succes met de bijzondere letter die de Parijse metro in
gebruik had.
![]() |
![]() |
Daarnaast is er ook sprake van typografie in de bouwkunst!
Beroemd is het klassieke tegelwerk van de voormalige kruideniersketen De Gruyter | Ook bij hedendaagse gebouwen is 'geveltypografie' vaak nog van belang; soms is het armzalig, soms ook zéér verzorgd zoals van deze Gooilandschool. |
![]() |
![]() |
Zorgvuldig gekozen typografie in functionele aanduidingen is ook binnenshuis niet iets van de laatste paar jaar, maar werd aan het begin van de vorige eeuw ook al ingezet om stijlkenmerken, bijvoorbeeld van de architectuur, tot in kleine details consequent door te voeren.
En vergeet niet de veelvuldige toepassing van typografie in de mode!
In alledaagse kleding wordt erg veel gewerkt met typografische vormgeving. Niet alleen met tekst met een betekenis; soms ook om de spot te drijven met bestaande (woord-)merken die algemeen bekend zijn. | ||
![]() |
![]() |
|
Aan de binnenkant van bijna elk kledingstuk wordt door typografie de huisstijl vastgehouden. | Met vrije typografie kunnen ook 'grapjes' uitgehaald worden | |
![]() |
![]() |
Zetten
heeft twee aspecten: de invoer en de uitvoer. De meest tijdrovende kant
was de invoer; tegenwoordig gaat die invoer vrijwel altijd door aanlevering
van digitale bestanden in een gangbaar formaat. Tot tegen de jaren '90
van de vorige eeuw ging het daarnaast ook veel via het toetsenbord. En
tot in de jaren '60 van de vorige eeuw werd klein drukwerk ook nog vrij
veel met de hand gezet.
Alhoewel
vrijwel alle zetwerk nu dus wordt aangeleverd per e-mail, ftp, CD-rom of
diskette - en het dus om kant-en-klare tekst gaat, die geen fouten meer
bevat, valt er altijd nog veel te corrigeren. Al was het maar omdat er
altijd codes uit het tekstverwerkingsprogramma zijn die door de zetmachine
net anders worden begrepen en bijvoorbeeld omdat afbrekingen moeten worden
nagelopen. En natuurlijk ook omdat bijvoorbeeld de Times New Roman uit
de zetmachine net een ander loopwijdte heeft dan die uit de PC-printer
en er dus regels anders gaan verlopen dan in die mooie proef op kantoor.
En weg is de mooie kolomopbouw.
De output
van een zetmachine gaat razendsnel; daar is een printer op kantoor erg
sloom bij. Het zetten van de tekst van een hele krantenpagina vergt minder
dan 1 minuut.
Elektronisch
(digitaal of laser) zetten, gaat met behulp van computergestuurde laserstralen,
die de tekst projecteren op basis van elektronisch (gedigitaliseerde) lettervormen.
Deze methode
is in de tachtiger jaren in gebruik gekomen en steeds verder verbeterd;
deze methode paart een zeer hoge kwaliteit èn een enorme productiesnelheid
aan een vrijwel onbegrensde flexibiliteit, mede omdat met name deze zetmachines
steeds eenvoudiger gegevens kunnen verwerken die van PC's afkomstig zijn.
In de westers
wereld is daarmee in onbruik geraakt het zogenoemde fotografisch zetten.
Dit komt nog veel in het oostblok en in Azie voor.
Fotografisch
zetten gebeurt met behulp van een machine die een combinatie is van tekstverwerker
en fotobelichter; de letters staan als negatief op filmschijven of stroken.
De methode is 30 jaar geleden in gebruik gekomen, nog steeds gebruiksvriendelijk,
maar wordt en is op dit moment ingehaald door de hiervoor genoemde methode.
Het zetten
van tekst, als oudste vorm van het maken van een drukvorm, begon in het
midden van de 15e eeuw met de hand.
Bij dit
handzetten wordt met loden of houten (spiegelbeeldige) letters gewerkt.
Deze manier van werken komt in de professionele grafische industrie in
onze westerse wereld nog uiterst zelden voor; ze is verouderd om doelmatigheidsredenen;
de kwaliteit is nog steeds hoog.
Boekbinders
gebruiken deze oude methoden nog wel bij het maken van boekbanden, waarin
de titel- en auteursgegevens bijvoorbeeld in het boeklinnen worden gedrukt/geperst.
Machinezetten
In het
laatste kwart van de 19e eeuw zijn machines ontwikkeld voor het zetten.
Bij dit
machinaal zetten wordt vanuit een gietvorm (matrijs) van koper, losse letters
of gehele regels in lood gegoten; deze methoden die ruim honderd jaar geleden
werden ingevoerd, komen in ons land sinds 25 jaar vrijwel niet meer voor.
Elders,
in de derde wereld zijn ze toch nog in gebruik.
De bekendste
machine die losse letters zet staat bekend onder de merknaam 'Monotype'
en is voroal in gebruik voor boeken. De zetmachine bestond in feite uit
twee delen: het invoerdeel (toetsenbord c.s) leverde een ponsband; deze
ponsband werd vervolgens in het zetgedeelte geplaatst, dat dan in een veel
hoger tempo dan de toetsinvoer mogelijk maakte, het loden zetsel goot.
De bekendste
machine die gehele regels zet, en een revolutie teweegbracht en vooral
(en heel lang) werd toegepast in de krantenzetterijen, staat vooral bekend
onder de merknaam 'Linotype'.
Deze zogenoemde regelzetmachine wordt in de wereld van de techniek wel
beschouwd als het meest ingewikkelde en vernuftige mechanisch apparaat
dat ooit werd gemaakt. Het heeft op zeer grote schaal zo'n honderd jaar
gefunctioneerd en onderdelen zijn nog steeds verkrijgbaar.
Elke gezette
tekst, ook als die gezet is vanaf een foutloos, digitaal aangeleverd bestand,
moet zonder uitzondering gecontroleerd worden. En meestal betekent dat
ook gecorrigeerd worden. Want bij tekstcorrectie gaat het niet alleen om
correct gespelde woorden, maar net zo goed om correcte woordafbrekingen;
die zijn dikwijls pas goed in opgemaakte tekst te beoordelen.
Die correcties
worden in de grafische wereld aangegeven door middel van bepaalde symbolen,
de zogenoemde correctietekens. Om volstrekte eenduidigheid te bereiken
(en te voorkomen dat correcties moeten worden gecorrigeerd, omdat we elkaars
correctie-aanwijzingen verkeerd begrijpen) zijn de correctietekens internationaal
vastgelegd. In ons land is dat in een zogenoemde NEN-norm.
In de afbeelding hieronder het gebruik van enkele veel voorkomende correctietekens.
Voor het laatst bijgewerkt op 21 september 2015 |
© 2003-2015, P.W.A. Overdiep, Bussum |