In
deze tweede fase in het grafisch productieproces vindt het daadwerkelijke
drukken plaats.
Dit is een activiteit
waar de communicatie-functionaris/drukwerkinkioper/opdrachtgever geen invloed
op heeft; de gekozen of te kiezen drukmethode is echter wel van invloed
op de manier van, de benodigde tijd en de investering ìn drukvormvoorbereiding.
In het kader van
het onderwerp communicatie en grafische technieken spelen twee zaken niettemin
een rol, waar de communicatie-adviseur of -medewerker die drukwerkbegeleidng
verzorgt kennis van moet dragen.
Er
zijn (technisch bezien)
-
vijf drukmethoden
-
twee papier doorvoermethoden
De vijf drukmethoden
zijn:
-
digitale druk
geschikt voor tekst en illustraties in zwart/wit en kleur,
op papier en meestal
(nog) voor beperkte oplage en omvang,
in hoofdzaak voor
commercieel drukwerk, o.a. door de mogelijkheden tot personalisering.
Digitaal drukken
breekt sinds 2011 ook door in bijvoorbeeld de boekendrukkerij
-
echt betrouwbare
cijfers zijn niet beschikbaar, maar gezegd wordt dat inmiddels ca. 10%
van het drukwerk in Nederland digitaaal wordt geproduceerd
-
techniek is sterk
in ontwikkeling; toepassingsgebieden (oplage/omvang) worden commercieel
steeds aantrekkelijker; de kwaliteit wordt steeds hoger en is soms al beter
dan die van offset; toepassing is nog steeds verder aan het 'doorbreken'.
Dit jaar (2012)
wordt vooral duidelijk dat digitale druktechnieken ook geschikt zijn voor
groot-volume-opdrachten en bovendien dat daarbij de op de ink-jet gebaseerde
techniek voor de grootste doorbraak zorgt.
-
onder dezelfde
noemer valt ook het met inkjet-technieken produceren van spandoeken, vlaggen,
gevelbekleding en veel ander promotioneel materiaal.
-
offset geschikt
voor vrijwel alles
-
in gebruik voor
ca. 85% van het drukwerk in Nederland
-
hoogdruk de
oudste methode
-
nu nog in gebruik
voor 5% van het drukwerk in Nederland
-
diepdruk
alleen geschikt voor zéér grote oplagen,
-
voor 5% van het
drukwerk in Nederland
-
zeefdruk voor
specifieke toepassingen, ook in de communicatie,
-
voor 2% van het
drukwerk in Nederland
Schematisch zijn deze
druk- en doorvoermethoden alsvolgt weer te geven (in de historische
volgorde):
|
|
Vellendruk |
Rollendruk
'rotatie' |
Hoogdruk |
|
|
Diepdruk |
XXXXXX |
|
Vlakdruk
'offset' |
|
|
Zeefdruk |
|
XXXXXX |
Digitale
druk |
|
XXXXXX |
|
In het bovenstaande
schema zijn twee combinaties 'geblokkeerd', want in de reguliere drukwerkproductie
komt vellendiepdruk en zeefdrukrotatie namelijk niet voor.
Tot de reguliere
drukwerkproductie, bezien vanuit de positie van de communicatiefunctionaris,
behoort niet de wereld van de verpakkingsdruk en evenmin het segment van
de textieldruk (met name woningtextiel [gordijnstof, meubelstof], waarvoor
weer wel rotatiezeefdruk wordt gebruikt en juist Nederland een bijzondere
positie in de wereldmarkt heeft).
Korte uitleg van elke drukmethode
Hier zijn alleen
de druktechnieken beschreven die in gebruik zijn in het handelsverkeer;
de druktechnieken
die in de kunstensector gebruikt worden staan onderaan dit artikel vermeld.
Digitaal
drukken
De in deze periode
sterk opkomende digitale drukmethode lijkt soms een vorm van offset.
De afwijking is
echter dat de drukvorm niet meer in een foto-chemisch proces tot stand
komt, maar electronisch. Daarbij wordt de drukvorm voor elke drukgang opnieuw
rechtstreeks aangestuurd vanuit een computergeheugen.
De nu sterkst
opkomende vorm van digitaal drukken heeft bij de eerste indruk veel weg
van fotocopiëren, maar dan wel op een héél veel hoger
niveau.
Het beeld ontstaat
ook niet door middel van 'toner', de poedervormige 'inkt', maar nu ook
weer door een stof op oliebasis.
Enerzijds heeft
digitaal drukken tot voordeel dat de tijd en kosten voor het maken van
de drukvorm vrijwel wegvallen, waardoor deze drukmethode rendabel kan zijn
voor hele kleine oplagen (<500); anderzijds biedt het ook de mogelijkheid
om elk te bedrukken vel een andere inhoud te geven; denk daarbij aan personalisering,
nu niet alleen door middel van tekst, maar ook d.m.v. fullcolourillustraties!
Door de snelle
ontwikkelingen wordt deze druktechniek steeds interessanter, ook voor grotere
oplagen.
Het meest wordt
deze druktechniek toegepast in de wereld van direct mail, vooral omdat
er schitterende mogelijkheden zijn om drukwerk te personaliseren; niet
alleen in tekst, bij de aanhef en/of tenaamstelling, maar ook in beeldmateriaal.
Op alle terreinen
van de (marketing-)communicatie is digitaal drukken een mogelijkheid waarmee
goed rekening gehouden moet worden.
Een beperking
is nog vooral het formaat, dat vrijwel nergens boven dat van circa A3 uitkomt
en meestal alleen vellendruk mogelijk maakt.
Echte, volledig
digitale rotatie komt nog niet voor, maar er zijn wel mogelijkheden om
digitaal drukwerk op kettingpapier uit te voeren.
De kwaliteit is
echter met sprongen vooruit gegaan en de ontvanger zal het niet van offset
onderscheiden!
Digitaal drukwerk
is ook goed te combineren met offset, waardoor ook zeer hoogwaardig drukwerk
gepersonaliseerd kan worden.
Tevens wordt digitaal
drukwerk toegepast als 'proef drukken', maar dan niet alleen voor één
enkel exemplaar, maar voor kleine proefseries.
De toenemende
behoefte om ook hoogwaardige drukwerken niet meer in voorraad aan te houden,
maar op afroep te produceren (printing on demand) zullen sterk bijdragen
aan de doorbraak van hoogwaardige drukwerkproducties die van een digitale
drukpers komen.
Alhoewel er bedrijven
zijn die zich geheel richten op digitaal drukken (zgn. print service-bedrijven),
is de groei van digitaal drukken nu het meest te vinden bij de reguliere
drukkerijen, die een digitale drukpers als extra service in hun dienstenpakket
opnemen.
Offset
(is de meest voorkomende naam, theoretisch heet het vlakdruk).
De drukvorm heeft
geen reliëf; op de drukvorm ontstaat in een fotochemisch proces een
verschil in oppervlaktestructuur, waardoor het drukbeeld, de af te drukken
delen van de drukvorm, inkt (=vet) kunnen vasthouden en andere delen juist
een 'filmdun' laagje water weten vast te houden en zo de inkt afstoten.
De drukvorm is
vrijwel altijd vervaardigd van aluminium.
Offset is de meest
voorkomende druktechniek in de westerse wereld.
Offset kan zowel
in vellendruk als in rollendruk worden toegepast (zie toelichting hierna);
deze drukmethode is geschikt voor kleine en grote oplagen in éénkleuren-,
meerkleuren- en full colourwerk, op papier, kunststof en metaal.
In de rotatie-offset
spreekt men van 'hotset' als de drukpers aan het einde van de drukeenheden
voorzien is van verwarmingselementen om de net opgebrachte inkt snel te
drogen. Als de drukpers daarentegen is ingericht voor natuurlijke droging
van de inkt (door verdamping aan de lucht van het oplosmiddel dat de inkt
vloeibaar maakt) spreekt men van 'coldset'.
De offset-drukmethode
komt ook voor als klein-offset (of kantoor-offset). Deze vorm van offset
kent enkele beperkingen: in papierformaat is dit meestal beperkt tot A4,
soms A3; in papiersoort alleen mat papier tussen 70 en 200 g/m2; in kleurgebruik
is normaal slechts één kleur per drukgang mogelijk. In kantoor-offset
is voor de meestal voorkomende kleine oplagen de drukvorm van geprepareerd
papier of kunststof.
In een moderne
vorm voor het maken van de drukvorm wordt de fotochemische stap overgeslagen,
waardoor ook geen films voor de belichting van de drukvorm gemaakt worden.
Vanuit de zet-/opmaakcomputer wordt met laserbelichting de drukvorm tot
stand gebracht; men spreekt hierbij van 'computer-to-plate' (dit
is niet hetzelfde als digitaal drukken!)
Hoogdruk
(andere naam: boekdruk)
De drukvorm heeft
een verhoogd reliëf. Hoogdruk is de oudste drukmethode, maar inmiddels,
in economische zin, vrijwel van geen enkele betekenis meer.
De drukvorm is
van moderne kunststof of van metaal (lood).
De drukvorm kan
met de hand (lood) of machinaal (lood en kunststof) vervaardigd worden;
tegenwoordig is het maken van drukvormen vooral een fotografisch/chemisch
procedé.
Hoogdruk komt ook
voor als flexodruk (flexografie), waarbij via een fotografisch/chemische
methode een soepele kunststof drukvorm wordt vervaardigd. Aanvankelijk
vooral gebruikt voor simpele producten, enveloppen en kartonnen dozen;
door technische ontwikkelingen nu ook belangrijke druktechniek voor hoge
kwaliteit verpakkingsmaterialen (inpakpapieren, kunststof draagtassen,
pakken voor melk en vruchtensappen en folieverpakkingen als chips- en soepzakjes
en koffiepakken) en reclamedrukwerk.
De hoogdruktechniek
komt ook voor bij een aantal specialistische drukmethoden. Juist vanuit
een communicatiefunctie kan je daarmee te maken krijgen. Denk bijvoorbeeld
aan de bedrukkingen van CD's, DVD's en relatiegeschenken. Die specialistische
druktechnieken zijn kort beschreven op een aparte webpagina; klik daarvoor
hier.
Het drukken in
hoogdruk kan plaatsvinden in zowel vellendruk als in rollendruk (zie
toelichting hierna).
De hoogdrukmethode
met loden drukvorm is geschikt voor grote en kleine oplagen, in éénkleuren-,
meerkleurenwerk.
De hoogdrukmethode
met kunststof drukvorm is geschikt voor grote en kleine oplagen, in éénkleuren-,
meerkleuren- en full colourwerk.
Het hoogdrukpocedé
moet nog steeds meer terrein prijs geven aan het offsetsysteem, dat met
name in kleurendruk preciezer is (beter 'sluit') en beter aansluit op het
moderne zetproces.
Diepdruk
(andere
namen: koperdiepdruk en rotogravure)
De drukvorm heeft
bij deze techniek een verdiept (verlaagd) reliëf, dat bovendien is
gerasterd. De drukvorm bestaat uit een dikke mantel van koper (eventueel
verchroomd), rond een massieve stalen cilinder. Het drukbeeld is opgebouwd
uit miljoenen kleine putjes van verschillende grootte en diepte (de zogenoemde
napjes), die door middel van een foto-elektronisch proces in de cilinder
worden gebeiteld/geponst (moderne methode) òf met zuur in de cilinder
worden geëtst (een nu verouderde methode).
Het drukken kan
uitsluitend plaatsvinden in rollendruk op speciaal (diepdruk)papier.
Bovendien vraagt
de drukvormvoorbereiding voor het drukken in diepdruk bijzonder veel tijd
en gebruik van kostbare materialen en know how.
Diepdruk is door
deze combinatie van (kosten)factoren alleen geschikt voor zéér
grote oplagen.
Wat nu een grote
oplage is, hangt mede af van de omvang van het drukwerk. Een vooraanstaande
Amerikaanse drukker, die voor tijdschriften zowel offsetpersen als diepdrukpersen
in gebruik heeft, gaf aan (zomer 2005) dat het break even point
voor diepdruk ligt bij een oplage van 260.000 exemplaren. Tot een oplage
van 200.00 kan diepdruk soms concurreren met offset, stelde een collega.
Dat zijn uitspraken over de Amerikaanse markt, terwijl de Nederlandse (en
Europese) markt het (door onze taalverschillen) dikwijls met kleinere aantallen
moet doen. Mede daardoor kent Nederland nog maar 4 diepdrukkerijen.
Zie voor een indruk
van oplagen en voor- en nadelen van diepdruk in vergelijking met andere
druktechnieken ook de grafische
matrix.
Diepdruk biedt
echter op relatief goedkope papiersoorten een hoge (full colour) beeldkwaliteit.
Diepdruk komt
hoofdzakelijk voor in de tijdschriftenbranche (illustratiediepdruk) en
in de verpakkingsmaterialenbranche (verpakkingsdiepdruk) en wordt in beide
sectoren vrijwel alleen gebruikt voor full colour-drukwerk.
Zeefdruk
(andere
naam: screenprint)
De drukvorm is
een fijne zeef, vervaardigd uit kunststof gaasdoek, dat strak gespannen
zit in een stalen frame. Het drukbeeld kent geen reliëf. Delen van
het gaasdoek worden afgedekt en andere delen van het gaasdoek vrijgelaten.
Zo ontstaan plaatsen waar inkt door het gaasdoek kan treden en op het te
bedrukken materiaal terecht komt.
Zeefdrukvormen
kunnen met de hand vervaardigd worden, waarbij het gaasdoek wordt afgedekt
met folie. Deze folies kunnen ook computergestuurd gesneden worden.
Zeefdrukvormen
kunnen ook fotochemisch gemaakt worden; het afdekken geschiedt dan door
een pasta, die onder invloed van licht verhardt en zich aan het gaasdoek
hecht.
Zeefdruk bestaat
alleen in vellendruk; de drukvormvoorbereiding gaat relatief eenvoudig
en snel; het feitelijke reproduceren véél langzamer dan bij
de andere druktechnieken.
Het voordeel van
zeefdruk is de kleurkracht (zeefdrukinkt is dekkend), de slijtvastheid
en lichtechtheid van de inkten.
Door deze combinatie
van factoren wordt zeefdruk vooral gebruikt in de reclamewereld voor
reclameborden, billboards, bedrukking van (tentoonstellings)panelen, affiches,
T-shirts, katoenen draagtassen, display-materialen, placemats, bebording/bewegwijzering,
kunststof stickers, en dergelijke, maar ook voor de toetsen van uw PC,
de knoppen van de audio- en huishoudelijke apparatuur.
Zeefdruk is niet
geschikt voor de reproductie van tekst in de gangbare leescorpsen (platte
tekst); zeefdruk is wel geschikt voor andere materialen dan papier, zoals
hout, kunststof, leer, metaal en glas.
Zeefdruk kan ook
worden gebruikt als het te bedrukken voorwerp niet vlak is.
Voor wat uitleg
over het procédé ga naar de website over zeefdruk van Krijger
Zeefdruk.
Papierdoorvoermethoden
Er zijn twee manieren
om papier door een drukpers te voeren:
Vellendruk,
waarbij het te bedrukken materiaal (papier, kunststof, textiel of metaal)
vel voor vel door de drukpers wordt gevoerd.
Aanvullen van
nieuwe vellen papier is alleen mogelijk als de drukpers stilstaat. Doorgaans
wordt het materiaal eerst aan één zijde bedrukt ('schoondruk')
en in een tweede drukgang komt de andere kant ('weerdruk') aan de beurt.
Rollendruk
of
rotatiedruk, waarbij het te bedrukken materiaal vanaf een rol, als een
doorlopende (bijna eindloze) baan door de drukpers wordt gevoerd.
Rollendruk is
alleen interessant bij grote oplagen.
In de rollen-
of rotatiedrukmethode zal de bedrukking, met alle gewenste kleuren, in
schoon- èn weerzijde altijd in één machinegang plaatsvinden.
Dit komt omdat men papier 'van de rol' niet weer kan opwikkelen voor de
volgende bedrukking.
Tijdens het drukken
kan, zonder dat de drukpers daarvoor behoeft te stoppen, worden overgeschakeld
op een nieuwe, volle rol.
In dezelfde machinegang
als het drukken vinden ook altijd de eerste afwerkingshandelingen plaats,
zoals vouwen en snijden, dikwijls gevolgd door hechten (nieten). Het maakt
hierbij niet uit of gedrukt wordt in hoogdruk, diepdruk of offset.
Naast
deze twee methoden bestaat ook nog de zogenoemde vellenrotatie.
Dit is een combinatie
van beide methoden, waarbij het papier op de rol wordt aangevoerd, maar
pal vóór het feitelijke drukken tot vellen wordt gesneden.
Het voordeel van deze toepassing is de rationalisatie: het drukken kan
gebeuren op de reguliere vellenpersen, maar de papieropslag en -aanvoer
kan in rollenvorm, waarbij een veel groter bedrukbaar oppervlak in de pers
wordt ingevoerd en geen tijdverlies optreedt door regelmatige persstilstand.
Ondanks de theoretische
voordelen is deze werkwijze (nog) niet breed doorgedrongen in de grafische
sector.
Drukgangen
(kleur per zijde per doorvoer)
Voor hoogdruk en offset
bestaan vellendrukpersen die in één machinegang één
of meer kleuren aan een zijde van het te bedrukken materiaal kunnen aanbrengen.
De typen drukpersen
waarover drukkers spreken zijn hierna genoemd.
Eenkleurenpersen
zijn
drukpersen die in één machinegang kleur opbrengen aan een
zijde.
Deze persen kunnen
vaak ook gebruikt worden voor werkzaamheden die thuis horen in fase III,
namelijk de afwerking. Men kan op een drukpers namelijk lakken, perforeren,
stansen, rillen, pregen, numeroteren of gommeren.
Tweekleurenpersen
zijn drukpersen die in één machinegang twee kleuren opbrengen
aan een zijde.
Soms zijn deze
machines 'omstelbaar', waardoor in één machinegang in plaats
van een tweede kleur aan een zijde, een kleur aan de andere zijde van het
te bedrukken materiaal opgebracht kan worden. Dit hoeft niet dezelfde kleur
te zijn als aan de eerste zijde. Een drukker spreekt vrijwel nooit over
een voor- of achterzijde. Bovendien staan een voor- en een achterkant,
voor het afwerken dikwijls aan dezelfde zijde van het te bedrukken materiaal.
De kant die het eerst bedrukt wordt noemt men de schoonzijde; de tweede
kant is de weerzijde. Een 'omstelbare' drukpers kan daarom werken in schoon-
en weerdruk.
Driekleurenpersen
bestaan voor bepaalde specialisten, maar er is vrijwel geen markt voor;
in de Nederlandse markt voor regulier drukwerk zal men ze waarschijnlijk
nooit tegenkomen.
Vierkleurenpersen
zijn drukpersen die in één machinegang vier kleuren opbrengen
aan één zijde.
Soms zijn ook
deze machines omstelbaar. Deze machines kunnen dus in één
machinegang een complete full colour-illustratie drukken, maar zij worden
ook gebruikt voor meerkleurendruk.
Vijfkleurenpersen
en bijv. 7-kleurenpersen zijn voor veel reclamedrukwerk van hoge kwaliteit
een economische oplossing, want dit drukwerk bevat vaak méér
dan vier kleuren.
Dikwijls bevat
het kleurenfoto's waarvoor in full colour gedrukt moet worden, maar moeten
op hetzelfde drukwerk ook de speciale kleuren van een huisstijl gedrukt
worden. Om volstrekt zeker te zijn van die specifieke kleuren, worden deze
dan als PMS-kleuren naast het full colour-drukwerk aangebracht. Niet zelden
wordt het geheel dan nog eens, over al het eerdere drukwerk heen bedrukt
met een blanke inkt, een zogenoemd persvernis. De drukker noemt ook dit
een kleur.
Om dit soort drukwerk
in één machinegang te maken, beschikken de drukkers die zich
gespecialiseerd hebben in hoogwaardig reclamedrukwerk of cartografie steeds
vaker over vijfkleuren-, zeskleuren-, of zelfs zevenkleurendrukpersen.
Dit is een typisch aspect van offset; voor diepdruk komt het (in Nederland)
niet voor, net zo min als voor hoogdruk.
De vellendrukpers
voor zeefdruk is geheel anders van constructie, maar ook hiervoor bestaan
persen voor het opbrengen van ofwel één kleur, ofwel meerdere
kleuren in één machinegang. Bij zeefdruk zijn de machines
nooit omstelbaar. Professionele zeefdrukmachines hebben daarentegen altijd
opvallend grote droogtunnels. |